» » » » RECENSIE – Dagboek '68-'69 van Daniël Robberechts – door Mark Schaevers

RECENSIE – Dagboek '68-'69 van Daniël Robberechts – door Mark Schaevers

De afwijkeling
Mark Schaevers over Dagboek ’68-’69 van Daniël Robberechts
Humo, april 2010

Je kan je lijk voor onderzoek afstaan, maar ook je leven. Zoiets stond Daniël Robberechts (1937-1992) voor ogen. Hij deed het onderzoek zelf: hij hield meer dan dertig jaar lang nauwgezet een dagboek bij. (…) Waarom is de ene uitgever na de andere bereid op dit immense dagboek zijn tanden stuk te bijten? Omdat wie er eens goed naar kijkt beseft dat het een goudmijn is, weliswaar geen commerciële maar een intellectuele.
(…)
De jonge Robberechts voelde zich een afwijkeling, stond moeilijk in het leven. ‘Waarom ervaar je geen levensvreugde? Waarom lijkt zelfmoord je vanzelfsprekend?’ – het zijn vragen uit dit dagboek. In de periode ’68-’69 werd Robberechts eindelijk gepubliceerd, kreeg erkenning, belandde ook in het hart van het clubje met Julien Weverbergh en Herman J. Claeys dat bij ons voor de revolutionaire revolutie stond, maar ‘gelanceerd’ geraakte hij niet; daarvoor zat hij zichzelf te zeer in de weg. Hij schreef omdat hij liever niet praatte – ‘praten is eigenlijk zo afmattend als paren’. Robberechts bestreed niet toevallig z’n leven lang het opkomende type van de schrijver als vedette en venter van z’n eigen oeuvre, als televisiefiguur.
(…)
Tot hij zelfmoord pleegde was er geen dag of hij piekerde over onze manier van leven. Nog één citaat uit het belangrijkste, grotendeels nog onuitgegeven dagboek uit onze letteren, een korte opmerking zonder commentaar neergeschreven om halfzes, 14 november 1968: ‘Daareven op de radio gehoord: ‘En nu een goede plaat, zo blijft u kalmer in de verkeersopstoppingen.’’