» » » » over AAN BARRELS van Harry Vaandrager

over AAN BARRELS van Harry Vaandrager

Alleen woorden die hun jas uittrekken
Mark Cloostermans in DeStandaard en op markcloostermans.blogspot.com

“Sommige boeken hebben goud op snee. Dat staat chic. Deze roman heeft zwart op snee. En ook alle overige randen zijn zwart. De uitgever noemt dat een ‘rouwrandje’. Maar om wie rouwen we dan, vraag je je af terwijl je de eerste bladzijden leest.”


Van nee naar niets
Hans Demeyer op deReactor

Aan barrels vormt op die manier een meer dan geslaagde herinterpretatie van de idee om de literatuur te vermoorden, om een gestalte te geven aan haar negatie. Het gewone verhaal met ‘een heuse plot, kop en staart’, met ‘meeleven, inleven, doorleven, beleven’ wordt hier op verschillende manieren gesaboteerd, maar die destructie levert geen absolute bevrijding of wit blad op. Zo spreekt het woordenboek de auteur Vaandrager toe dat zijn ultiem meesterwerk pas het witte gat is, ‘waardoor alles wordt opgeslurpt’, en niet de ‘zwarte gaten’ die de auteur nu slechts zou aanbrengen.
Toch zijn die gaten al genoeg om een unieke schriftuur op te leveren waarin het directe taalgebruik in combinatie met het bezwerende ritme tevens ruimte laat voor lyriek. In de hedendaagse Nederlandstalige literatuur is Aan barrels hoogstens verwant met auteurs als C.C. Krijgelmans of J.M.H. Berckmans. Die uniciteit an sich maakt deze roman natuurlijk niet tot briljante literatuur – zoals een van de vele verdachtmakingen bij experimenteel proza luidt. Wel is het de vakmanschap en literaire kunde waarmee Vaandrager die schriftuur aanwendt om de lezer intellectueel uit te dagen en emotioneel vast te nemen door hem onmeedogenloos te smijten in de gestoorde, verwarde en emotioneel gebroken gevangenis van maatschappelijke randfiguren. Aan barrels is een grappig en bij wijlen melancholisch boek, maar voornamelijk een extreme en wrange roman die je grijpt door zijn ritme, woede en passie. Vergeet uw kerstboom: deze literatuur is op elk moment een wonderlijk-bijtend geschenk.”

Recensie: Aan barrels van Harry Vaandrager
Ezra de Haan op literatuurplein.nl

“Praten of schrijven over echte literatuur is zeldzaam geworden sinds ons literaire landschap wordt bepaald door verkoopcijfers, bekende Nederlanders en valse sentimenten. Want wat is literatuur nog in dit land? Het uithuilen over de zoveelste gestorven beroemde minnaar? De volgende soap van een televisiester? Wat wil er nog groeien aan nieuw talent als thrillers voor literair doorgaan en echte romans worden verzwegen? Deze tijd vraagt om taai schrijfsel, stug als gras dat zich door het asfalt heen wringt. Taal die je voor de bek slaat, zoals ooit de echt groten dat deden… (…)
Zelden durft een uitgever een boek uit te brengen dat zwart is. Zolang je Aan barrels niet openslaat zijn het alleen de witte letters op de cover die je lucht geven. Maar het kon niet anders. Dit boek is zwart, pikzwart, pitblack. Het is een verpakking die de lading dekt. (…)
Het boek eindigt met het woord niets. Een ontkenning, net zoals het woord nee waarmee het opende. Weer wordt de celdeur voor je smoel dicht gegooid. Maar nu is er een verschil. Je hebt een prachtboek van Vaandrager achter de kiezen, een boek waar je lang over na kunt denken. Net zolang als je straf duurt. In dit geval is dat geen straf maar een zegen.”

Spetterend taalvuurwerk tegen inktzwarte hemel
Wim Sanders op literairedebuten.nl

“(…) De losjes met elkaar verbonden monologen zijn de braakballen uit de ondertitel; vooral de mannen hebben het over van alles wat hen dwarszit zonder dat er ook maar iets van een oplossing lonkt. Ze zitten gevangen in de bol van hun eigen gedachten en angsten, en die vormen het verhaal, niet de loop van de gebeurtenissen. Zoals de ongetwijfeld door de schrijver zelf ingefluisterde achterflaptekst het treffend stelt: ‘Het is hun onverkropbare lot “niemand” te zijn.’ Dan slaan ze zichzelf brallend op de borst, de volgende alinea piepen ze van doodsangst. Ze doen dat in een diverse kanten opschietende taal, waarin vaak alle registers van een barokke lyriek worden opengetrokken. De tot citeren uitnodigende zinnen zijn pure poëzie en de monologen vragen er door hun dramatische opbouw om hardop te worden voorgelezen, ook als de betekenis je soms ontgaat. (…)
Vaandrager is er ondanks al zijn uitbundige lef in geslaagd te voorkomen dat Aan barrels aan oeverloze woordkakkerij ten ondergaat. De scheldpartijen zijn soms wat obligaat en gaan te lang door, maar ze hebben een functie: ze zetten de verstilde passages waarin de verteller tot een helder inzicht komt in een schrijnend licht. Dat inzicht is niet opwekkend en geldt voor ieder mens, in de gevangenis of niet: alleen in de dood is er rust en onschuld. Een deprimerende boodschap die zo zwaar is dat er nauwelijks beweging in het verhaal zit. Toch werd ik betoverd en opgevrolijkt door dit taalvuurwerk dat uiteenspat tegen een inktzwarte hemel van doodsangst.”

Recensie: Aan barrels van Harry Vaandrager
Kurt Snoekx op brusselnieuws.be

“Aan barrels zindert van het afgrondelijke leven zelf, is een veelkoppige, meerstemmige elegie van het bestaan. Zinnelijk, levendig, beklemmend, labyrintisch zijn de negen gedachtestromen die Vaandrager op het papier stort.”


De illusie van vruchten
Sheila van Rheenen op literairnederland.nl

“Met zichtbaar genoegen beukt hij de taal aan flarden om te bewijzen dat de vrucht van zijn daad niets anders kan zijn dan een windei, een ‘tjokvol niets’.”