‘Dit en dat zijn gescheiden’: Piet Gerbrandy over De Methode van Dick Raaijmakers
De Gids nr.4/2015
“Spinoza’s Ethica, de Tractatus van Wittgenstein of, iets verder van huis, Proclus’ boek over het Ene (vijfde eeuw), het zijn extreem ambitieuze en gortdroge teksten die tot het rijk van de fictie behoren. Je ziet de auteur onverschrokken tasten naar het onbereikbare.
Het is tot die traditie dat De methode (oorspr. 1985, recent opnieuw uitgegeven) van Dick Raaijmakers behoort. (…) In De methode wordt, in 282 stappen, een compleet wereldbeeld uiteengezet. Alles wat het geval is, om Wittgenstein aan te halen, kan verklaard worden door onderscheid te maken tussen beweging (veroorzaking), waarneming en de verslaglegging daarvan. (…)
Dat De methode als poëzie gelezen moet worden, spreekt overigens niet vanzelf. Raaijmakers maakte geen deel uit van het literair circuit, ik kan me niet herinneren dat het boek destijds door critici is opgepakt en in overzichten van de poëzie van de afgelopen decennia wordt het nooit genoemd, hoewel het moeiteloos overeind blijft naast het werk van, bijvoorbeeld, Gerrit Krol en Hans Faverey. Maar De methode behoort wel tot een ander genre: het is een leerdicht. (…)
Taal is een gereedschap dat je kunt hanteren zoals een timmerman een hamer of een schutter zijn pijl en boog. De ambachtelijke voorbeelden die Raaijmakers geeft doen vermoeden dat hij zijn Heidegger kent, maar dat is zeker niet zijn enige inspiratiebron. Herhaaldelijk herinneren zijn formuleringen aan uiteenlopende denkers als Aristoteles, Spinoza en Kant, terwijl Wittgenstein expliciet geciteerd wordt. Wat dat betreft is De methode in filosofische zin geen lichte kost.”