Harry Vaandrager (Rotterdam, 1955) debuteerde in 1978 met de dichtbundel Langs toendra’s (De Bezige Bij). In 2010 verscheen bij Nijgh & Van Ditmar de bundel Wat telt is van niets gemaakt – niet zozeer een voortzetting als wel een nieuw debuut, waarin klodders rouw op witte tegels druipen, de Maas zich aan de kaden bevredigt, een beul zijn biefstuk doorbakken eet, geblufte woorden verzuipen.
Bij het balanseer verschenen van zijn hand het romandebuut Aan barrels (2011 – in coproductie met Nijgh & Van Ditmar), de verhalenbundel Koprot (2013), de romans Maskerade (2016), ik wordt (2018 – in coproductie met In de Knipscheer) en Wanen en Woorden (2019).