De Nederlandse auteur Lucas Hüsgen (Weert, 1960) debuteerde in 1992 met de roman Zeehond in wormgat. Later volgden o.m. de romans Het meisje in blauwe zijde (2002), Plooierijen van geschik (2007 – longlist Libris Literatuur Prijs en Gouden Uil), de essaybundels Nee, maar het gebeurt (2003) en Wat een romantische droom (2007), en de dichtbundels Nevels orgel (1993 – nominatie C. Buddingh’-Prijs), Deze rouwmoedige schoonheid (2005 – nominatie Ida Gerhardt Poëzieprijs) en Vederbeds Lumière (2009).

Eind 2010 verscheen bij Uitgeverij Perdu Lees dat en herlees dat, de door Lucas Hüsgen samengestelde en ingeleide bloemlezing uit het kritisch werk van Rein Bloem.

Hüsgen publiceert bijdragen in tijdschriften als Yang, Parmentier, Dietsche Warande & Belfort en Tirade, en is redactioneel medewerker van nY en Parmentier. Voorts vertaalde hij verschillende Koreaanse dichters, alsook werk van o.m. Robert Walser (Yang 1999/2) en Hans Blumenberg (Yang 2001/3).

Bij het balanseer verschenen van Lucas Hüsgen de essaybundel Nazi te Venlo (2011) en de roman De windbel (2012). Voor Nazi te Venlo werd Hüsgen bekroond met de J. Greshoff-prijs 2012 voor beschouwend proza.

Lees meer over deze auteur op www.lucashusgen.net


Samuel Vriezen op de Reactor over Vederbeds Lumière: ‘fantastisch rijk en meeslepend avontuur en een inzicht in de complexe verhouding tussen mens en natuur, waar geen 3-D spektakelfilm tegenop kan.’

Sven Vitse in Tekstbestanden over Plooierijen van geschik: ‘een boek dat de lezer van pagina tot pagina, van zin tot zin, bewust maakt van het feit dat hij aan het lezen is.’