Nachtprogramma / Kathrin Röggla
‘‘De alcohol verdwijnt’, uit de monden, de hoofden, de kelen en de gesprekken en meningen, uit de straten en cafés, uit de scholen waar hij zogezegd nooit was geweest. ‘De alcohol verdwijnt’, en Herbert Jause registreerde het. Hij registreerde hoe hij zich terugtrok uit sommige restaurants, eerst het ene, dan het andere, uit de discountzaken en ijssalons, uit de kiosken en de tamelijk kleurrijke hoekjes van zijn buurt. De banken bij het kanaal bijvoorbeeld, de trottoirs, waar scherven van bierflessen altijd al hadden getuigd van zijn bestaan en nu geen enkele er meer van getuigde.’
De vriendelijke mens / Marc Kregting
‘De vriendelijke mens straalt niets uit, hij
kaatst, een zon die eigenlijk feitelijk een
maan is, die groeit in zijn rol van nimmer
af te laten, van een mug te promoveren op
de rug van een olifant, zwaargewicht dat
tocht vangt met dotten poolbont, met dien
verstande dat hij steeds opnieuw, dat hij
begint en steeds straalt.’
de richting is richting omleiding / bob vanden broeck
‘een draaideur geeft een onverwachte draai
aan het rad van fortuin houdt halt bij bankroet
een verbaasde voetganger koopt de klinker o
iemand raadt het woord rotonde, de plaats
tussen woorden en worden’
Gestoord / Rainald Goetz
Dominique De Groen meets Hilma af Klimt
Energie doorboort je, sijpelt binnen langs elke porie, vult de holtes tussen je organen, danst in iedere cel. Je lichaam wordt deel van het circuit. Je grenzen vervagen. Je voelt jezelf desintegreren, vloeibaar worden.
Je bent niets meer dan licht en beweging. Moeiteloos glijd je door de dunne schil van de zichtbare realiteit.
Je lekt de astrale zone in.
Paul Wildvlees Helderziende / C.C. Krijgelmans
‘Zijn liefweelderig. Zij straalde zorgeloosheid uit en lag languit op de canapé, onwrikbaar wulps in naakte ontvankelijkheid. Haar hoofd zat omgekeerd op haar lichaam, de kin tegen haar rug aangedrukt boven een ondiep glooiend, een schier eindeloos kanaal en perfide glijbaan voor zijn orgastisch streven. Zij was een doorschijnende levensvorm met alle organen zichtbaar onder haar limpide huid. Een levend stuk onbelevend, dat synchroon met Paul Wildvlees mee kon denken.’
Counterforces / Dominique De Groen
‘Ze is alleen
ze slikt alles in
koude nachten zonder sterren
het maandelijkse bloeden, bloeden, bloeden
tot ze leeg is
ze slikt alles in, de betonnen muren
giftige pixels, dode avatars
eenzame nachten in blauw licht
het centrum van de dag, bloedrood en shiny
het glinstert en je kan het aanraken
ze slikt kopieën van kopieën van dromen
littekens van een zweep
die door de eeuwen stromen
ze slikt tot ze niet meer kan, niet meer kan, niet meer kan
haar brein uiteenspat, versplintert…’